index Zee-ezel
index etymologie
Wat betekent priet- in prietpraat?
Er bestaat geen zelfstandig naamwoord priet en ook geen werkwoord prieten, waarvan priet- de stam kan zijn. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) verschaft duidelijkheid. Dat zegt over prietpraat: Redupliceerend-ablautend gevormd bij Praat (I). Priet is dus de verdubbeling (reduplicatie) van praat, met wisseling van de klinker (ablaut): /aa/ veranderde in /ie/. Het is dus geen zuivere reduplicatie, zoals blabla, maar bijna-reduplicatie, zoals klikklak.
Prietpraat wordt voor het eerst aangetroffen in de 19e eeuw, maar in het WNT wordt al verwezen naar een citaat uit de 17e eeuw, met een soortgelijke vorming, namelijk Pritte-praetje, verklaard als babbelkous.
Dan kan onse Pritte-praetje, Met een maetje, Spelen schuyle-winck op t lest,
(G.J. Quintijn, De Hollandsche-Liis, met de Brabandsche-Bely. 1629)
Zee-ezel: waar komt het woord nonsens vandaan?
Naar alle vragen aan Zee-ezel.
Naar het HOME van de Surfspin.
Geplaatst op 23 oktober 2013.
© Surfspin 2013