index Zee-ezel
index etymologie


Als dat het tolerante Nederland is waar we altijd zo groos op zijn…
(Huub van der Lubbe bij Pauw & Witteman, 22-03-2013)

Wat betekent groos?


Groos betekent ‘trots’. Het is een dialectwoord, dat o.a. voorkomt in het Zaans. Niet dialectisch is groots. Dat gebruiken we nu hoofdzakelijk in de betekenis ‘prachtig, indrukwekkend’ (een groots en meeslepend leven), maar het kan ook ‘trots’ betekenen. In die betekenis is het echter zo goed als verouderd. Grappig genoeg duikt het op in het Boekenweekgeschenk van 2013:

Ik had elke dag een kijker om mijn hals. Omdat mijn vader daar zo groots op was, op zijn kijkers.
(Kees van Kooten, De verrekijker, p. 92.)

Het woord wordt in de mond gelegd van een oude vrouw uit Berkel-Rodenrijs.

 

Groots is afgeleid van groot en uit groots is (door t-deletie) groos gevormd: groot > groots > groos.

 

Literatuur:
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Zie grootsch, grootschig.



Etymologiebank: naar het lemma groots op Etymologiebank.nl.
Zee-ezel: wat betekent stoer?
Zee-ezel: wat betekent de plaatsnaam Rodenrijs?
Naar alle vragen aan Zee-ezel.


Geplaatst op 18 maart 2013, het laatst gewijzigd op 20 april 2013.

© Surfspin 2013