index Zee-ezel


t lugie uijten oste clare loght
(21-01-1703)

Lucht ‘hemel’ en lucht ‘wind’


Sondag t lugie uijten oste clare loght vriesent, noteerde de Zaanse koopman Claes Caeskoper op 21 januari 1703 in zijn journaal.
In clare loght wordt lucht gebruikt in de gangbare betekenis ‘lucht, hemel’: een clare loght ‘een heldere hemel’. Maar in t lugie uijten oste is lucht (lugie ‘luchtje’) gebruikt in de verouderde betekenis ‘wind(je), bries(je)’: ‘’t windje uit het oosten, een oostenwindje’.

Behalve lucht gebruikte Caeskoper ook gewoon wind, o.a. hier: de wint suije scoot west (24-06-1704)¹ ‘de wind draaide van het zuiden naar het westen’.
Ook wind gebruikt hij in de verkleinvorm: oste wintie clare loght vroor seer sterk d boome op d Zaan gebolt (22-01-1704).² Poëtisch zinnetje.

Lucht in de betekenis ‘wind’ staat ook in het WNT, met de vermelding “meestal in de verkleinvorm’ en met verschillende 17e-eeuwse attestaties, de oudste uit 1602. Jongste attestatie uit 1825. Ergens tussen toen en nu is lucht ‘wind’ in onbruik geraakt. Al Boekenoogen schrijft over lucht, locht ‘wind, koeltje’: “Thans [1897, in de Zaanstreek] verouderd”.


1 Scoot /skoot/, schoot, verleden tijd van schieten ‘veranderen’, zoals nog in van kleur verschieten ‘schrikken’, letterlijk ‘van kleur veranderen’.
2 Boekenoogen verklaart bollen aldus: ‘bolrond worden, met een ronden bol ijs omzet worden’, met als toelichting: “van gedeeltelijk onder water stekende vaarboomen, waaromheen zich bij vriezend weder aan het watervlak een bol van ijs vormt.”


Referenties
G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal; bijdrage tot de kennis van den woordenschat in Noord-Holland, 1897. Zie lucht en bollenI.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), zie luchtI (artikel gepubliceerd in 1923).



Zee-ezel 1079: ‘het sneeuwde braaf’ bij Aafje Gijsen.
Zee-ezel 1174: het vroor snakker.
Zee-ezel 1188: de twaalfstedentocht van 19 december 1676.
Naar alle vragen aan Zee-ezel.


Geplaatst op 5 november 2016, gewijzigd op 8 november 2016.

© Zee-ezel 2016