Etter en pus
Op het weblog Neder-L schreef Jan Stroop onlangs over de benamingen voor ontstekingsvocht. Hij onderscheidde vijf woordtypes: etter, drek, gezweer, gezworen nat en materie. Een lezer signaleerde het ontbreken van pus in het rijtje. Dat is inderdaad opmerkelijk: pus is nu immers een standaardtalig woord.¹ De schrijver antwoordde dat hij in zijn proefkaart de weinig frequente benamingen had weggelaten, maar dat pus wel voorkomt op de kaart uit de Taalatlas van het Nederlands en het Fries en dat het o.a. was opgegeven in een aantal Zuid-Hollandse plaatsen en een aantal verspreide plaatsen elders in Nederland.
Het woord etter komt in de vorm eitir al voor in de 10e-eeuwse Wachtendonkse Psalmen. Dan echter nog niet in de huidige betekenis ontstekingsvocht, maar in de (verouderde) betekenis gif. Voor een scandinavist leuk om te weten, want Noors eiter betekent nog steeds gif, met name het gif van sommige dieren, zoals de slang.² In Noors edderkopp en Deens edderkop spin zit de (Deense) vorm edder gif, het gif waarmee de spin zijn prooi verdooft.
1 Pus is een Latijns leenwoord. Zie Etymologiebank.nl.
2 Noors gift betekent eveneens gif, giftige stof, zoals in giftbeger gifbeker.Literatuur:
Jan Stroop, Uit de archieven van t Meertens Instituut: de proefkaart etter. Weblog Neder-L, 20-10-2015.
Oudnederlands Woordenboek (ONW). Zie ētar.
Naar alle vragen aan Zee-ezel.
Geplaatst op 28 oktober 2015.
© Surfspin 2015