home > geschiedenis > tijd van pruiken en revoluties
home > geschiedenis > Canon van Nederland > de patriotten, Napoleon
home > wereldoriëntatie > Europa > Frankrijk
kerndoelen po: 52Louis XVI (koning Lodewijk de Zestiende)
![]()
Franse Revolutie
burgers grijpen de macht
In Nederland waren aan het eind van de 18e eeuw de voor- en tegenstanders van de stadhouder steeds aan het ruziën. De tegenstanders waren de patriotten. De koning van Pruisen stuurde een leger om de stadhouder te helpen. Duizenden patriotten vluchtten naar Frankrijk. 2 jaar later brak in Parijs een opstand uit: de Franse Revolutie.
Frankrijk was een standenmaatschappij
De koning, de adel en de geestelijkheid* hadden in Frankrijk de macht. Het volk moest gehoorzamen. Veel mensen vonden dat normaal: het was altijd al zo geweest. Maar in de 18e eeuw waren er filosofen (geleerde denkers) die schreven dat dit oneerlijk was. Veel burgers waren het met hen eens. Zij vonden dat ze het land beter konden besturen dan de rijke adellijke heren.
![]()
Bestorming van de Bastille
De adel hoefde geen belasting te betalen, het volk wel. De burgers werden erg ontevreden. Op 14 juli 1789 bestormden boze Parijzenaars de Bastille. Zo heette een beruchte gevangenis in Parijs. Met deze volksopstand begon de Franse Revolutie. Er werden nieuwe wetten aangenomen om de burgers meer rechten te geven. En er kwam een Nationale Vergadering, zodat de burgers voortaan ook over de toekomst van Frankrijk konden beslissen. De oude standenmaatschappij werd afgeschaft. De koning, de adel en de kerk waren niet langer meer de baas in Frankrijk.Vrijheid, gelijkheid, broederschap
De leuze van de Franse revolutionairen was: vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Vrijheid, liberté. De filosofen vonden dat je vrij moest denken. Dat vonden de revolutionairen ook. Je moest kunnen zeggen wat je denkt, ook als je kritiek had op de regering. Slaven moesten vrij worden, de slavernij werd afgeschaft. Hoera!
Gelijkheid, egalité. De revolutionairen vonden dat iemand van adel niet beter is dan een gewone burger. De adel en de geestelijkheid verloren hun voorrechten en kregen dezelfde rechten en plichten als de burgers. En protestanten en joden kregen dezelfde rechten als de katholieken.
(Maar vrouwen, en arbeiders, handwerkslieden en kleine boeren kregen nog geen kiesrecht!)
Broederschap, fraternité. Alle mensen zijn broeders, vonden de revolutionairen: we zijn allemaal vrienden van elkaar.Frankrijk in oorlog
De Franse revolutionairen vonden hun ideeën zo goed dat ze andere landen wilden veroveren om ook daar hun ideeën door te voeren. Frankrijk verklaarde de oorlog aan de koning van Engeland, de keizer van Oostenrijk, de koning van Pruisen* en de stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een Frans leger veroverde ons land. Stadhouder Willem de Vijfde vluchtte naar Engeland en zijn tegenstanders, de patriotten, namen de macht over. De patriotten waren vrienden van de Fransen. Naar Frans voorbeeld stelden zij ook hier een Nationale Vergadering in.
![]()
Er komt een schrikbewind
Al snel ging het mis in Frankrijk. Gematigde en radicale revolutionairen kregen ruzie. Er kwam een schrikbewind.* Edellieden en tegenstanders van het schrikbewind werden terechtgesteld,* wel duizenden mensen! Dokter Guillotine (uitspraak: /kie-jo-tie-ne/) vond een apparaat uit waarmee je mensen snel en op een minder pijnlijke manier kon onthoofden: de guillotine. Ook koning Lodewijk en zijn vrouw, koningin Marie-Antoinette, werden onthoofd. Frankrijk werd een republiek (een land zonder vorst).10 jaar na het begin van de Franse Revolutie nam het leger de macht over. Generaal Napoleon Bonaparte werd de nieuwe leider van Frankrijk.
Tegenwoordig heeft Frankrijk geen keizer of koning, maar is het een republiek: aan het hoofd van het land staat geen vorst (dus geen koning of koningin), maar een gekozen president. Veel Fransen zijn trots op de Franse Revolutie en de leuze liberté, egalité, fraternité kom je nog overal tegen. Het lied van de Franse Revolutie, de Marseillaise, is het Franse volkslied.
De idealen van de Franse Revolutie waren: vrijheid, gelijkheid, broederschap. In Europa kwamen later twee politieke stromingen op: het liberalisme en het socialisme. Voor het liberalisme is vrijheid het belangrijkste ideaal, voor het socialisme is dat gelijkheid.
* Frankrijk was een katholiek land. De geestelijkheid bestond uit katholieke geestelijken, zoals priesters, pastoors en bisschoppen. De bisschoppen waren de leiders van de katholieke kerk.
* Pruisen was een apart koninkrijk in Duitsland.
* Bij een schrikbewind gebruikt een regering heel veel geweld. Tegenstanders van de regering worden opgesloten of zelfs gedood.
* Terechtstellen betekent voor straf doodmaken.
Entoen.nu: info over Napoleon en de Franse tijd op de website van de Canon van Nederland.
Surfspin: de patriotten (kritische burgers willen macht).
Surfspin: de Franse tijd (Nederland verandert).
Surfspin: Napoleon Bonaparte (1769-1821), keizer van Frankrijk.
Surfspin: naar het keuzemenu Geschiedenis.
Naar het HOME van de Surfspin.
Geplaatst op 13 januari 2012, het laatst gewijzigd op 27 december 2016.
© Surfspin 2012-2016